Ernst. Diederik. Jaap.

Toen wij zo’n vijf jaar geleden onze eerste grote opdracht in de ouderenzorg mochten uitvoeren, waren we groentjes. Tikje grijs, tikje kalend maar toch, groentjes in deze tak van sport. We moesten dus van onszelf op stage. Zo toerden we een paar weken lang kriskras door het land van de verpleeghuizen en aanleunwoningen. We reden van Roosendaal tot Amsterdam, van Oss naar Oudemirdum en eindigden in Sneek. 

En we vielen van de ene verrassing in de andere verbazing. 

Wat een toegewijde en leuke mensen! Wat een energie! Wat een daadkracht! En vooral: wat een moeilijk vak met al zijn medisch-ethische dilemma’s. 

Vol bewondering maar ook verwondering sloten we onze stagetour af. Bewondering voor de mensen die in de verpleeghuizen werken. Verwondering over de alomtegenwoordige bescheidenheid van deze beroepsgroep. Waar we ook kwamen, overal hing eenzelfde sfeer: let maar niet op ons, wij doen gewoon ons werk. Zelden hoorden we geklaag over gebrek aan waardering of maatschappelijke status, nooit vernamen we enige vorm van borstklopperij.

Vreemd, want zo ‘gewoontjes’ is dat werk niet. 

Terug aan de ontwerptafel kozen we daarom als ondertitel van onze ervaringstrainingen: ‘Hersteloord voor beroepstrots’. 

Vijf jaar na dato en midden in een spectaculaire pandemie die vooral de ouderen en ouderenzorg raakt, is die insteek actueler en zinniger dan ooit. Want wie zien we in de journaals en aan de talkshowtafels van Nederland? Dat is Ernst. Dat is Diederik. En dat is Jaap. Achternamen zijn inmiddels niet meer nodig. Als Ernst bij Op1 zit, zit Diederik bij Jinek. De dag erna wisselen ze gewoon van stoel. En Jaap doet de journaals en de persco’s. Corona is een zaak geworden van medisch specialisten en wetenschappers. 

Maar wie spreekt er namens de ouderenzorg? Kunt u zich een naam of een gezicht herinneren? Zag u een potentiële spreekbuis namens de ouderenzorg voorbijkomen? 

Je kunt klagen over de beperkte blik van de media. Journalisten gaan nu eenmaal graag voor de eenduidige en spectaculaire beelden uit de ic’s.  Maar dat zou te gemakkelijk zijn. Waar de ‘fiksers’ van curatieve zorg van overlopen, hebben de collega’s in de ouderenzorg een chronisch tekort aan: beroepstrots. 

Dat besef begint bij sommige ouderenzorgorganisaties inmiddels door te dringen. Leren en ontwikkelen gaat zeker over het bijspijkeren van de eigentijdse medische kennis en vaardigheden die nodig zijn om je vak goed uit te kunnen oefenen. Maar minstens even belangrijk is het om met een zekere regelmaat herinnerd te worden aan de bedoeling en je drijfveren in dit vak. Zeker nu. En dat is wat we mogelijk maken in ons project Oudtopia: het oppoetsen van de beroepstrots. 

Kersvers wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat Oudtopia ‘bewezen effectief is’. 

Wij glimmen van trots.

Stef Verhoeven, team Oudtopia

Download hier het onderzoeksrapport ‘Oudtopia onderzocht’