Bedwingen, Beheersen of Improviseren
Lerenderwijs inspelen op de toekomst van de ouderenzorg
De financiële, kwalitatieve en maatschappelijke houdbaarheid van de ouderenzorg staat hoog op de agenda. De komende twintig jaar verdubbelt het aantal ouderen, zijn er meer dan twee keer zoveel verpleeghuisplaatsen nodig, is sprake van een snel groeiende zorgvraag van thuiswonenden, krimpt het aantal mantelzorgers en vrijwilligers drastisch en is er een schreeuwend tekort aan beroepskrachten. Als we geen ingrijpende veranderingen doorvoeren koersen we af op een crisis van proportie.
Hoe is deze af te wenden? In de recente publicatie ‘Houdbare Ouderenzorg’ van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), wordt de houdbaarheid van de langdurige zorg omschreven als een wicked problem, een ongestructureerd en complex probleem waarvoor op dit moment geen eenvoudige oplossing bestaat: “Er is geen heilige graal die alle dimensies van houdbaarheid kan optimaliseren.” Helaas…
Hardleers
We zijn hardleers. Steeds blijkt het moeilijk om de neiging te weerstaan om onhoudbaarheid van de ouderenzorg in de huidige vorm te reduceren tot een poging tot herstel van de mismatch tussen zorgvraag en zorgaanbod. De focus ligt als snel op het optimaliseren van doelgerichtheid en kosten-effectiviteit van middelen en human resources. Daarmee wordt de houdbaarheid van de ouderenzorg tot een kwestie van managen, organiseren en besturen. Dat doet onvoldoende recht aan de immense potentie van human capital, aan de kwaliteit van zelfbewuste professionals en mantelzorgers en aan het samenspel in menswaardige zorg. Bovendien gaat het grotendeels voorbij aan andere maatschappelijke en demografische ontwikkelingen, aan de vraag wat voor samenleving wij eigenlijk willen zijn en hoe we in de toekomst willen omgaan met veroudering, ouderdom en ouderen.
Leren Improviseren vanuit vertrouwen
De oplossing zal hoe dan ook niet liggen in volharden in hetzelfde gedrag en in dezelfde manier van denken als wat ons tot de huidige onhoudbaarheid van de ouderenzorg heeft gebracht, om Einstein maar even vrij te parafraseren. We kunnen het niet bedenken of fiksen met nog meer beheersmaatregelen. Er is wat anders nodig. Gelukkig bieden recente initiatieven daartoe een handreiking.
Onlangs lanceerde het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de discussienota ‘Zorg voor de Toekomst’. Daarin werd onder andere een pleidooi gehouden voor een nieuwe investering in vernieuwing en werkplezier. Uitgangspunten op het terrein van noodzakelijke vernieuwing zijn dat zorgprofessionals zelf de sleutel tot verandering zijn, dat cliëntervaringen beter benut dienen te worden en dat nieuwe leeromgevingen bijdragen aan verander- en organisatiekracht.
Het is de kunst om deze vernieuwing niet beheersmatig en oplossingsgericht in te zetten. In een recente publicatie van de Raad voor Zorg en Samenleving, ‘Blijk van Vertrouwen’, wordt de aanbeveling gedaan om van een op controle en beheersing gebaseerd paradigma over te gaan naar een paradigma van meer vertrouwen en improvisatie. Dat zou beter aansluiten op de huidige complexiteit van de postmoderne samenleving. Maar hoe kan dat vorm krijgen?
Improviseren betekent letterlijk ‘niet voorzien’. Vertrouwen spreekt de ambitie aan om toe te laten wat nog niet is voorzien, wat de best denkbare toekomst van de ouderenzorg voor ons in petto heeft. Dat vraagt nogal wat. Het vraagt om het bedwingen en intomen van oplossingsgerichtheid, om het uitstellen van snelle oordelen, om het inslikken van stellige opvattingen. Het vraagt om het niet-weten te erkennen en met vertrouwen te verduren. Het vraagt om de belangstelling en bereidheid om vanuit een open houding nieuwe gezichtspunten te verkennen, andere invalshoeken in te nemen en deze te ervaren.
Ervaringsleren
Er zijn al ervaringen met leeromgevingen die een benadering van de toekomst van de ouderenzorg vanuit vertrouwen en improvisatievermogen stimuleren, die recht doen aan de inbreng van de professional, aan het perspectief van de cliënt en aan de behoefte aan nieuwe veranderkracht. Dat zijn omgevingen voor ervaringsleren, waar collectief door betrokkenen vanuit uiteenlopende perspectieven vanuit bewondering, verwondering en verwarring ervaren wordt wat bijdraagt aan gezond en gelukkig ouder worden (wat vraagt dat?), waar actief moeite wordt genomen om je in te voelen in het perspectief van mensen die de zorg letterlijk aan den lijve ervaren (hoe voelt dat?),waar de verbinding wordt gelegd tussen de kern van de zorg en de eigen persoonlijke verlangens, drijfveren en talenten (wat bezielt ons?) en waar ruimte bestaat om improviserenderwijs in te spelen op wat wil komen (wat beweegt ons?).
Voorlopers en voorbeelden van zo’n leeromgeving zijn De Participatiekliniek, met dit oogmerk in 2016 ontwikkeld voor Verzorgenden en Verpleegkundigen in de Verpleeghuiszorg, en Oudtopia, dat de afgelopen jaren binnen de regio Haaglanden op initiatief van aanbieders van ouderenzorg vorm heeft gekregen.
Leren van de toekomst
De impact en resultaten van dergelijke leeromgevingen voor informeel ervaringsleren, reflectie, dialoog en experimenteren met nieuwe handelingsrepertoires geven nieuw zicht op wat bijdraagt aan gezond en gelukkig ouder worden. Ze reiken individueel en collectief ervaringen en inzichten aan, ze dragen bij aan de autonomie en verbondenheid van individuele professionals en aan de kwaliteit van het samenspel in de formele en informele zorg. Dat is nogal wat, zeker vanuit het gegeven dat bijna de helft van de Nederlandse werknemers een gebrek aan autonomie ervaart. Bovenal zetten dergelijke ervaringsgerichte leeromgevingen aan tot gezamenlijke reflectie en dialoog over wat betekenisvol is voor gezond en gelukkig ouder worden. Ze nodigen uit tot duurzaam informeel leren met alle betrokkenen. Deze impact blijkt vervolgens effect te hebben op de kwaliteit en impact van persoonsgerichte zorg en het samenspel in de zorg.
Zo biedt de inzet van ervaringsleren op basis van niet-weten, vertrouwen en improvisatie belangrijke toegevoegde waarde in een context waarin de toenemende druk op de houdbaarheid van de langdurige zorg de verleiding in de hand werkt om vooral oplossingsgerichte, beheersmatige maatregelen te nemen. Die zijn deels nodig, maar doen vaak geen recht aan de schoonheid en de complexiteit van goede ouderenzorg. De toekomst van de ouderenzorg wil nog steeds stralen. Hoe? Laten we haar nog meer ruimte geven om ons dat samen lerenderwijs te laten ervaren.
Johan Visser, team Oudtopia